Dag 25 en dag 26 - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu Dag 25 en dag 26 - Reisverslag uit Parijs, Frankrijk van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu

Dag 25 en dag 26

Door: Tom

Blijf op de hoogte en volg Tineke en Tom

14 Mei 2009 | Frankrijk, Parijs

Datum: 13-05-2009 dag: 25
Vertrek – aankomst: 08.15 – 15.30
Route: La Chaussée-sur-Marne – St. Amand-sur-Fion – Vitry-en-Perthus – Vitry-le-François
Dagafstand – totaal afstand: 26 – 597
Overnachting: klooster

Achteraf is het een nogal benauwd hokje geweest, die kamer in de chambre d’hôte en ik ben blij als om zeven uur de deur open kan en wij meteen op het binnenplaatsje staan. Van wat bijgebouwtjes hebben ze een paar kamertjes gemaakt, waarin je elkaar nauwelijks kunt passeren. We ontbijten niet, want we hebben ook niets meer bij ons. Kees komt ons een stukje brood brengen van goede kwaliteit. Met thee en koffie kunnen we dan toch nog een aardig ontbijtje maken.
Vandaag gaan we lange tijd door de akkers met koolzaad, graszaden en graan.
Rust.
Na acht kilometer doemt de eerste plaats, St. Amand-sur-Fion, op, waar we koffie maken en alweer daarbij iets lekkers halen. Het volgende traject is weer acht kilometer, waarin we iets moeten klimmen, maar nog steeds mogen genieten van de rust. Aan het einde van die acht kilometer zijn we op 207 meter hoogte met een uitzicht naar drie kanten. We zien de stad, waar we vannacht blijven, op 7,5 kilometer liggen. Veel dichterbij dan je denkt. Toch is in dit deel de angel verborgen. De witrode strepen, die ons altijd de weg wijzen, laten het op zeker moment afweten. We moeten achterom langs een kapel en daar staan we vóór. Links ervan vinden we een pad en erachter ligt eerst een bosachtige tuin en daarachter een dorp. Dat dorp moeten we per se niet in. We vinden een pad tussen het dorp en de achterzijde van de tuin en slaan dat in. Modderig klimpaadje. Dan een zeer smal, kronkelig, stijl paadje en dat brengt ons weer terug, op korte afstand van het kapelletje. Hadden we niet gewoon rechtdoor vóór het kapelletje langs kunnen gaan? Nee, hier stonden wel duidelijke tekens om juist niet rechtdoor te lopen. Ondertussen zijn we de echte route kwijt en lopen op goed geluk dwars door een korenakker. Geen wonder, dat die boeren een hekel hebben aan die landlopers. Op ervaring, mag ik wel zeggen, vinden we weer de juiste route en volgen maar weer eens een Canal Latéral de stad in.
De camping is aan het begin van de stad, wat ook statistisch gezien een zeldzaamheid is, maar blijkt pas eind mei open te gaan. Geen paniek! Vanavond slapen we, hoe en waar dan ook. We moeten nu toch wel de hele stad door om aan het andere einde de Touristeninformatie te vinden.
Ik doe mijn woordje over pelgrims, die een slaapplaats zoeken in dit mooie stadje en het meisje van de VVV is kort maar krachtig. “Dan kunt u terecht bij de ‘Maison du Doyenne’, hier vlakbij. Maar dat zijn zusters, hè?” Ze pakt een plattegrond, tekent de korte route uit en klaar.
We drinken ons eerst wat moed in met een biertje om de hoek en lopen naar het zusterscomplex. Geen luikje in een grote deur, maar een belletje en een speakertje. Ik bel, wacht en er volgt “Oui?” Ik leg uit wie we zijn en wat we graag willen en er klinkt “Tweede etage” en de deur gaat open. Op de tweede etage wacht een jong zustertje, pardon, een jonge zuster, ons op en loopt ons voor naar een klein kamertje, kamer nr. 2 genaamd ‘Compostelle’. De deur gaat van het slot en in het kamertje staan een éénpersoonsbed en een matras tegen de muur. In zeer weinig woorden weten we alles: Ja, we zijn een koppel, daar is de douche, het toilet, dit is de sleutel van de buitendeur en deze is van de kamerdeur en als u wilt kunt u iets doneren voor de overnachting. En ze sluipt weer weg.
We zitten in de kamer en mogen er rustig uit, als we willen.
Terwijl wij aan een glaasje wijn zitten aan een bank en tafel op de binnenplaats en de stadse geluiden van buiten de muren gedempt tot ons komen (de vogels hebben de overhand), komt ons zustertje met twee vuilniszakken uit het gebouw te voorschijn. Het leven gaat ook hier gewoon zijn gang, alleen wat rustiger. Rond kwart voor zes klinkt ergens uit het gebouw meervoudig en zeer vredig damesgezang: de zusters doen hun gezang voor de avondmaaltijd.
In het kamertje naast ons is ondertussen het Belgisch echtpaar aangekomen, dat wij ook in Verzy, onder de luifel van de bloemist, hebben ontmoet. Ze zijn erg op zichzelf, want ze zeggen geen boe of bah. Ze hadden makkelijk met ons in het druivenplukkershuis kunnen slapen, maar ze namen een taxi terug naar Reims. Daar hebben ze overnacht en ’s morgens zijn ze weer per taxi teruggekeerd. Sommige dingen over andere pelgrims hoor je weer via anderen.
Op ons kamertje bereiden wij een uitgebreide, heerlijke maaltijd.

Datum: 14-05-2009 dag: 26
Vertrek – aankomst: 08.30 – 15.30
Route: Vitry-le-François – Blacy – Courdemanges – Blaise-sous-Arzillières – Neuville-sous-Arzillières – St. Rémy-en-Bouzemont
Dagafstand – totaal afstand: 22 – 619
Overnachting: Gîte municipal

We maken ons ontbijt klaar in het kleine, benauwde kamertje. Daarin is maar één klein zolderraampje, dat echter maar net twee centimeter open kan. Verder is de buitenkant door het weer aangeslagen en zien we helemaal niets naar buiten. Dit moet wat je noemt een cel geweest zijn.
We sluipen met de tas met ontbijt en koffie naar de twee verdiepingen lager gelegen kloostertuin en genieten daar van de vogels en van de zingende zusters, die vanaf half acht hun ochtendrepertoire afwerken: meditatie, bidden en zingen. We maken het kamertje schoon, zetten de matras weer tegen de muur, leggen tien euro neer als donatie en vertrekken in stilte, zonder nog een zuster te zien. Op straat komt ons een zuster van een andere orde tegemoet.
“Oh, u bent die pelgrims uit Nederland, die naar St. Jacques lopen. Bonne route!”
Als we enkele tientallen meters vanaf de drukke N4 linksaf zijn geslagen, zijn we direct in het bos en is er niets meer van de stad te zien of te horen. Een thermometer geeft 31° C aan om negen uur, maar dat zal toch niet?
Tegen wat wij ‘koffietijd’ noemen, half elf, eten en drinken wij wat in het dorpje Huiron en vervolgen we onze weg naar Blaise, alweer door de volle akkers met koolzaad en graan en bonen. De ene heuvel volgt op de andere en op één van die heuvels zien we in de verte de boom, waaronder we gisterenmiddag onze lunch hadden op 207 meter hoogte. Dan weer een bos in, duidelijk een productiebos met veel rechte paden. Wij denken de route te volgen en komen bij een riviertje, dat we kennelijk moeten oversteken. De stenen, die de oversteek mogelijk zouden moeten maken, liggen te diep en zijn te glibberig. Na door een barrière van gras en brandnetels en andere prikkers te zijn gegaan, kunnen we gemakkelijk oversteken via lager water. Dan weer vijentwintig meter prikkers en we zijn aan de overkant. Maar geen tekens te bekennen. Wel een bruggetje op twintig meter rechts van de plaats, waar we niet konden oversteken. Hadden we over het hoofd gezien.
Dan regen. De poncho’s gaan aan, maar hier helpen geen poncho’s tegen. Er is geen enkele mogelijkheid om te schuilen en dus ga je door. We vinden snel de route terug, maar soppen ondertussen in onze schoenen. Bushokje, zitten, drogen, rusten.
Saint-Rémy-en-Bouzemont-et-Saint-Genest-et-Isson heet het plaatsje helemaal volledig, waar we willen overnachten. Daar moet een Gîte Municipal zijn. Dat is een onderkomen vanuit de Gemeente, voor geen of weinig geld. Te verkrijgen via de burgemeester in de Mairie. De mairie is snel gevonden, maar is op donderdag gesloten voor ‘Permances’. Maar we kunnen toch zo naar binnen stappen, ik klop op de deur, hoor “Oui?” en open de deur. De burgemeester en de secretaresse kijken ons quasi verbaasd aan, als ik mijn verhaaltje murmel. Nat van zweet en regen, grote rugzakken en wandelstokken en daar sta je met je grote modderschoenen op de parketvloer in de mooie kamer. De burgemeester pakt zijn taak op. “Dus u wilt hier overnachten, nou wat let u? Er is een gîte rural (een soort groepsherberg in natuuromgeving), een gewone gîte, dus wat wilt u?” En zo gaat het even door.
Dat alles in een zeer rap tempo, maar het belangrijkste ervan heb ik begrepen: de Gemeente mag en kan eigenlijk niet concurreren met een commerciële instelling. Alleen als die vol is, zouden wij bij de Gemeente terecht kunnen. Ik breng nog in de strijd, dat we maar een beperkt budget hebben om vier maanden onderweg te kunnen zijn en dat begrijpt hij. Hij brengt ons persoonlijk naar de Gemeentelijke Gîte, een voormalige meisjesschool, waar we een prachtige kamer krijgen met alles wat we nodig hebben. Douche en toilet, een bankbed van Ikea om met de slaapzak op te liggen, keukentje met bakoven, warm water en een kacheltje om onze gewassen kleding op te drogen. Burgemeester zelf gaat letterlijk voor ons door de knieën om het gas aan te draaien. Wij drogen de was met de ramen open, natuurlijk.
Van onze kant doen wij ook wat terug. We kopen ons voedsel en drankjes in bij de plaatselijke middenstand en eten er lekker van.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Frankrijk, Parijs

Tineke en Tom

Actief sinds 15 Maart 2009
Verslag gelezen: 195
Totaal aantal bezoekers 105784

Voorgaande reizen:

14 Mei 2013 - 16 Juni 2013

Camino Ignaciano (Zumarraga - Montserrat)

15 September 2010 - 13 Oktober 2010

MIND YOUR STEP OP DE CAMINO PORTUGUES

19 April 2009 - 19 Augustus 2009

A Camino van Nieuw-Vennep naar Santiago.

01 September 2003 - 01 September 2008

GR5 van Maastricht naar Malbuisson

Landen bezocht: