Dag 99 en dag 100 - Reisverslag uit Cóbreces, Spanje van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu Dag 99 en dag 100 - Reisverslag uit Cóbreces, Spanje van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu

Dag 99 en dag 100

Door: Tom

Blijf op de hoogte en volg Tineke en Tom

27 Juli 2009 | Spanje, Cóbreces

Datum: 26-07-2009 dag: 99
Vertrek – aankomst: 07.15 – 16.15
Route: Santander – Peñacastillo – Bezana – Mompía – Boo de Piélagos – Mogro – Miengo – Carabias – Cudón – Polanco – Requejada – Barreda – Camplengo
Dagafstand – totaal afstand: 35 – 2166
Overnachting: albergue

Na het ontbijt in de bij de albergue behorende bar/restaurant lopen we om kwart over zeven Santander weer uit via de grote hoofdstraat. Ook hier en nu is er weer feest geweest en wel dat van Santiago, Sint Jacob dus. Voor sommige mensen duurt dat feest erg lang, want zoals eerder gebeurde, wordt ons regelmatig door zwaar vermoeide, op straat urinerende jongelui een ‘Buen Camino’ toegeschreeuwd. Of een aanmoediging als ‘Hé, Camino de Santiago hè?’
Het is zondag en veel wielrenners rijden ons voorbij met dezelfde wensen en aanmoedigingen. Het leeft hier en het is ongetwijfeld een niet onbelangrijk deel van de toeristeneconomie. Ongevraagd wijzen mensen ons de weg en roepen ons toe.
Het is een flink eind lopen voor we de stad uit en de verschillende dorpen door zijn. Een lange etappe en heet en ook een beetje spannend. We moeten een tunnel door, waar staat aangegeven, dat de route zelf anders gaat. Waar dat precies is weet je natuurlijk nooit, dus bij elk viaduct vraag je jezelf af: is dit een tunnel, is dit dé tunnel of is het hier nog niet? Dan toch komt er iets, dat er duidelijk als een tunneltje uitziet en zoals beschreven rechts van de weg begint. De routepijlen wijzen nadrukkelijk rechtdoor aan, maar ik weet genoeg. Aan het begin van het tunneltje staat zelfs iets van ‘peregrinos danger’, gevaar voor pelgrims. Een paar honderd meter verder is er dan de brug. Honderd meter lang, klein paadje naast de rails en over het water van een naar zee stromende rivier. Verboden voor voetgangers. Wereldberoemd in pelgrimland en door iedereen gebruikt.
Er komt geen trein, want die is pas geweest, we kunnen veilig de brug gebruiken, maar wel een beetje angstig.
Het wordt heter en heter en de laatste twee kilometer naar de albergue duren wel erg lang. We rusten tweemaal uit in dit laatste stukje en zijn dan aan een douche toe.
Die komt in de ruime albergue van Camplengo, Arce Iris, een verbouwd huis of boerderij met plaats voor zo’n 54 mensen. We gaan vandaag luxe, met diner en ontbijt.

Kilometerstand: groen van 538 naar 503 km.
gids van 582 naar 547 km.

Van alle bekende pelgrims zijn wij alleen nog met Anna, de Spaanse, Tobias uit Neurenberg, de Mexicaan, de Spanjaard van 71 jaar en een Amsterdammer. Vier fietsers komen uitgeput binnenvallen, Spanjaarden, waarvan er meteen twee op de grond en op het bed gaan liggen. Ik vraag hoeveel ze vandaag gefietst hebben: negentig kilometer. Mijn reactie, dat wij bijna de helft lopend hebben afgelegd, maakt geen enkele indruk.
Hoeft ook niet.

Datum: 27-07-2009 dag: 100
Vertrek – aankomst: 08.00 – 13.30
Route: Camplengo – Santillana del Mar – Arroyo – Oreña – Caborredonda – Ciqüenza - Cóbreces
Dagafstand – totaal afstand: 16 – 2182
Overnachting: albergue

De lange hete etappe van gisteren voelen we nog nadreunen, als we op bed liggen. Vrij ongestoord kunnen we tot zeven uur doorslapen, omdat de meeste mensen in de slaapzaal fietsers zijn en die gaan niet zo vroeg weg. De buitengewoon drukke vrouw, die met haar zoon de herberg runt, naast de negentig koeien die ze hebben, ratelt maar door. Zij weet, dat de meeste mensen haar niet verstaan, wat voor haar reden is om het allemaal nogmaals uitgebreid uit te leggen. Niets weerhoudt haar ervan haar toelichtingen te blijven geven.
Een Spaans ontbijt is een studie op zich waard. Je krijgt een servetje, een vork en een mes en een kommetje. Het geroosterde brood komt op tafel op een bord, de koffiekan staat op een bord, de kan met eigengemaakte melk staat op een bord en wij moeten maar aanprutsen met een servet. Het ontbijt zelf bestaat uit een aantal geroosterde, zeer vette boterhammen, waarop suiker of jam kan worden gedaan en koffie met of zonder melk. Ik moet speciaal om thee vragen en krijg dat dan. Als het theezakje in het hete water zakt, doet mevrouw daar nadrukkelijk twee servetten overheen. De reden daarvan is mij volstrekt onduidelijk. Appeltje toe.
De rustdag, die wij vandaag dan eindelijk willen nemen, plannen we in de albergue of op de camping in Santillana del Mar, drie kilometer verder. Samen met Anna vertrekken we voor ons wandelingetje. Het is een beetje moeilijk communiceren met haar; zij spreekt alleen Spaans en doet verder veel met onbegrijpelijke gebarentaal. Maar ondertussen zien we haar al twee weken bijna elke dag en leer ik telkens een heel klein beetje Spaans. Verder dan wat losse woorden komt het eigenlijk niet. Als onderweg enkele boeren bezig zijn om ouderwetse hooibalen met een riek omhoog te steken naar een stapel op een kar, waarop een man de balen oppakt, kan ik niets anders bedenken dan "Trabajas antiqua". Anna knikt begrijpelijk. Als het opnieuw dreigt te gaan regenen en ik de vraag wil stellen of het misschien weer gaat regenen, heb ik maar twee woorden tot mijn beschikking: "Mas aqua?", "Meer water?"
In Santillana del Mar, dat in tegenstelling tot wat de naam zegt, niet aan zee ligt, kijken we wat rond of we de pelgrimsherberg ook vinden. Pensions genoeg hier in dit zeer toeristische dorpje, maar de albergue zien we niet. Het is ook wel een mooi oud dorp met fraaie huizen en keitjesbestrating, maar verder niet een plaats om te blijven. We besluiten even rond te kijken en worden door Anna getrakteerd op sequepa (?), een soort cake/gebak, dat erg zoet en zeer calorierijk is. We kopen een brood en gaan weer verder.
Via een groot aantal kleine dorpjes komen we tenslotte aan in Cóbreces, waar Tobias, de jongen uit Neurenberg, op een bankje zit te lunchen. Schoenen en kousen uit; hij heeft last van wat rode uitslag door beginnende vermoeidheid. Bekend verschijnsel. Na wat wikken en wegen besluit Anna door te lopen en wij dan toch maar onze rustdag te nemen, zij het dan een halve dag na zestien kilometer wandelen. We zullen elkaar wel weer zien.
Wij nemen onze intrek in een bijgebouw van het Cisterciënzerklooster in Cóbreces, een groot, wit gebouw met geel bewerkt, dat op zich weer zo’n 100 meter verwijderd is van een grote kerk, rood met geel. We bellen aan op het knopje van de 'Porteira' en op het knopje 'monestery', maar er komt niemand. Wij installeren ons in de slaapzaal, waar ook al enige pelgrims zijn, die we al eerder zagen. Als de zeer oude pater de afstand tussen het klooster en het bijgebouw eindelijk heeft afgelegd, langzaam sloffend op zijn sandalen, omhelst hij ons en houdt erg lang mijn hand vast. Het komt erop neer, dat ik met hem naar het kantoortje in het klooster moet om in te schrijven, voor de stempel en om € 3 p.p. te betalen. Daarna weer een knuffel.
Ondertussen is het behoorlijk gaan regenen en moet ik zelfs weer een jasje aan en mijn afritsbroek weer aanritsen, sinds lange tijd.
Fijn om niet door de regen te hoeven lopen, jammer dat het regent op de halve rustdag.
Dan maar wat rusten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, Cóbreces

Tineke en Tom

Actief sinds 15 Maart 2009
Verslag gelezen: 180
Totaal aantal bezoekers 105747

Voorgaande reizen:

14 Mei 2013 - 16 Juni 2013

Camino Ignaciano (Zumarraga - Montserrat)

15 September 2010 - 13 Oktober 2010

MIND YOUR STEP OP DE CAMINO PORTUGUES

19 April 2009 - 19 Augustus 2009

A Camino van Nieuw-Vennep naar Santiago.

01 September 2003 - 01 September 2008

GR5 van Maastricht naar Malbuisson

Landen bezocht: