Camino Ignaciano - Reisverslag uit Castellnou de Seana, Spanje van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu Camino Ignaciano - Reisverslag uit Castellnou de Seana, Spanje van Tineke en Tom Kauffman - WaarBenJij.nu

Camino Ignaciano

Door: Tom

Blijf op de hoogte en volg Tineke en Tom

21 September 2013 | Spanje, Castellnou de Seana

9 JUNI 2013 CERVERA - LA PANADELLA

Wij zijn inderdaad de enige gasten gebleven in het cellencomplex en we denken ongehinderd te kunnen vertrekken om tien voor half acht. Maar de buitendeur zit op slot en we moeten bellen om één van de zusters te laten komen met de sleutel. Het is degene, die een paar woordjes Frans spreekt, omdat ze vroeger in Brussel heeft ge… hoe noem je dat bij de nonnen? Genond? Maar als ik zeg, dat Cervera een mooie, oude stad is, kijkt ze niet mij, maar Tineke onbegrijpelijk aan. Waar heeft die het over? Wij bedanken haar voor de gastvrijheid en verlaten de ietwat drukkende sfeer.
Eerst lopen we even naar het centrum om te zien of er al iets open is op deze zondagochtend om half acht. Niets en dus gaan we maar aan de wandel.
De omgeving hier is duidelijk anders dan waar we eerder liepen. Geen industrieterrein, waar we doorheen moeten, maar landbouw en heuvels en tuintjes op elke vierkante meter. Klaprozen, nog meer dan we eerder zagen en alles ziet er beter uit. Catalonië onderscheidt zich van andere provincies.
Na een paar kilometer lopen we door Vergós, waar we worden verwelkomd door enkele loslopende honden, die wel keffen en grommen, maar verder niets durven ondernemen. Geen mens te zien en op de Plaza Mayor nemen we het ervan. Een appel en wat water als ontbijt. En een wasplaats. Aan de rand van het dorp op de uitgaande weg naar de N II ligt hij daar prachtig onder straatniveau.

En verder gaat het, langs korenvelden met klaprozen. In combinatie met een onverharde pad gaat mijn herinnering altijd terug naar de vroege vijftiger jaren van de vorige eeuw. Als wij als kinderen van vijf, zes, zeven jaar oud op zondagochtend bij opa en oma K. op bezoek waren en met de tantes N. en R. een stukje gingen lopen. Altijd mooi weer en altijd langs koren op kinderhoogte, met klaprozen aan de rand, over een onverhard pad tot we, na een kilometer, het halfgesloopte bruggenhoofd van de oude spoorbrug over de Kabelsloot bereikten. Daar rustten we dan uit, kregen een snoepje en keerden weer terug.
Ook is een halfafgebroken bruggenhoofd zonder korenveld al genoeg om mij terug te brengen naar 1950.
Een ander bloempje, dat mij terugbrengt naar mijn kinderjaren is een Afrikaantje. Deze oranje pracht stond altijd in het plantsoentje tussen de Antoniusstraat en de Vennepertocht. Van mensen, die ze in hun tuin hebben staan vind ik nog altijd, dat zij een uitstekende bloemenkeuze voor hun tuin hebben gemaakt. Prachtig.
Onuitwisbare herinneringen.

Geen koffie dus in Vergos en ook niet in Sant Pere, waar we dan maar ontbijt deel II gebruiken: een sinaasappel en een stukje chocolade. Terwijl een stel motorrijders de landweggetjes op crossen, lopen wij het minieme dorpje uit. Overigens staan hier wel drie vliegtuigen geparkeerd in de tuin achter de kerk. Vreemd.
Onze volgende stop is in een echt café in Sant Antoli i Vilanova, waar wij ook een soort wasplaats ontwaren. Tenminste… er is een stuk schuinsaflopend beton langs een irrigatiekanaaltje, waar helder water doorheen stroomt. Goedgekeurd.
In het café zijn fietsers voor de koffie aanbeland en oude mannetjes voor een kaartje en een praatje.
We hebben ons doel voor deze korte wandeldag bijna bereikt en de lucht betrekt. Regen dreigt en de temperatuur daalt, maar de regen blijft uit en als wij het dorp binnenlopen is daar direct al ons overnachtingsadres: Hotel Bayona in La Panadella, waar het vol zit met families aan het zondagmiddagdiner. Goed idee, dat wij opvolgen.
Boven hebben wij een goede, simpele kamer met uitzicht op een parkeerterrein en een benzinestation.
La Panadella blijkt overigens geen dorp te zijn, maar een zeer bekend servicepunt voor de oude nationale N II en bestaat uit een benzinestation, een supermarkt, een hotel-restaurant en een paar woonhuizen. ‘Even naar het dorp lopen’ hoeft dus niet. We kunnen alles vanuit onze kamer overzien en een servicepunt is het zeker. De hele zondag is het druk met bezoekers.

10 JUNI 2013 LA PANADELLA - IGUALADA

Om te beginnen krijgen we een afdaling van 5% over de eerste vijf kilometer vanuit het vertrek. We lopen op de N II, die we al zo vaak hebben gezien en bewandeld. De weg is zeer stil, omdat de grote weg A2 er een paar honderd meter, of soms wel minder, naast loopt. We hebben de hele weg, meest driebaans plus twee vluchtstroken, bijna voor ons alleen. Ik tel het tegemoetkomende en het inhalend verkeer en na vijf kilometer is de stand precies gelijk: 8-8. Hieronder waren nog drie fietsers ook. We lopen langs een dorp, waar je bijna vanaf de weg de daken kunt oplopen en zo over alle daken het hele dorpje kunt oversteken.
Na nog eens twee kilometer afdalen zijn we in Santa Maria del Cami. Een paar huizen en een paar zeer oude gebouwen en twee vreselijk blaffende hondjes. We rusten op een stenen bank en gaan dan verder tot een benzinestation met restaurant en hostal en drinken twee koppen koffie. Het is ondertussen weer behoorlijk warm en in Jorba vinden we het tijd worden voor thee met ons meegenomen broodje ham.
Zwaluwen vliegen af en aan naar hun nesten onder de dakgoten van de huizen aan de overkant. Ook zeker bezienswaardig is een huis met op de begane grond een toegangsdeur en een andere deur, die lijkt op een bedrijfs- of garagedeur. Erboven twee verdiepingen, die er hetzelfde uitzien en ook op dezelfde manier zijn versierd. Volgens Tineke is dit één appartement (van twee verdiepingen), waarin één gezin of familie woont. Ik houd het erop dat dit twee appartementen zijn, bewoond door twee zussen, die veel op elkaar lijken en graag hetzelfde doen. Bijvoorbeeld heten ze Catharina en Trúsa.
Je maakt wat mee, zo onderweg.
Igualada nadert en het lijkt wel of we de hele tijd op scheeflopend asfalt hebben gelopen. Alle bochten in het asfalt liggen schuin en er zijn heel veel en heel erg lange bochten. Ook hebben we veel op rood asfalt gelopen, waarmee een fietspad wordt aangegeven. Door al dat asfalt en de warmte hebben we wat branderige voeten gekregen en door het ongelijk lopen voelen we onze heupen. In Igualada vinden we gemakkelijk de Carrer de Prat de la Riba, waar de hostal zit.
Juist als wij er aankloppen, staat Carmen, de schoonmaakster, klaar om te vertrekken. Ze loopt met ons naar de ‘Residencia’, een paar straten verderop, waar we worden ingeschreven en tien euro pp betalen. We krijgen voor dat geld niet alleen een overnachting, maar ook een papieren zakje met daarin een schoon laken en kussensloop, flesjes shampoo en zeep, informatie over de stad en liefst twee bossen met sleutels met daaraan zes sleutels. En uitgebreide informatie in rap Spaans, waarvan wij alleen begrijpen, dat de sleutels morgenochtend in de brievenbus gestort moeten worden.
Een prima accommodatie met douche en toilet, keuken met magnetron en een droogrekje voor buiten in de zon.
Als we de balans opmaken van de tocht tot nu toe en datgene, wat nog komt, zien we dat we geen tijd tekort komen en zelfs morgen al naar Montserrat zouden kunnen lopen. Maar het is wel 1332 meter klimmen en 917 meter dalen in 26,8 kilometer en waarom zouden we dat doen? Tijd genoeg, dus we hakken ook deze tocht in tweeën. Dat zal nog zwaar genoeg zijn voor onze moede benen. Het is ook een beetje vakantie natuurlijk.
Het schuin lopen van vandaag heeft inderdaad zijn tol geëist: als we de stad ingaan voor inkopen, want we hebben een goede keuken tot onze beschikking, voelen onze heupen aan, alsof we nodig aan nieuwe toe zijn. We lopen dan wel wat onwennig zonder rugzak en stokken en op gewone sandalen, maar vragen ons af, hoe dat morgen moet gaan. Maar dat hebben we ons al vaker afgevraagd.
Eerst maar rusten en slapen en dan maar zien. En nog steeds zijn er mensen, die ons wijzen op de juiste route naar Santiago. Wandelen naar Montserrat moet toch wel een zeldzame gebeurtenis zijn.

11 JUNI 2013 IGUALADA - MONTSERRAT

Deze zware etappe willen we dus in tweeën doen met een overnachting na vijftien kilometer in Sant Pau de la Guardia. De bakker is nog gesloten om half acht, maar in 2010 heb ik geleerd, dat je bij een bakker rustig ‘achterom’ kunt gaan. Het ‘achterom’ bij deze bakker is gewoon door een deur aan de straat, vlakbij de winkeldeur en daar kan ik een zeer vers broodje halen.
We doen er een uur over om deze stad uit te komen. In het oude centrum bekijken we even vlug een paar van de vele bijzondere bezienswaardigheden. Veel te vlug, want de stad verdient zeker een hele dag bezichtiging.
Maar we moeten door en via een twee kilometer lange industrieweg begint een doolhof van op- en afritten, viaducten en onderdoorgangen van de A2 en de N II en de lokale aanvoerwegen. We vinden onze weg zonder noemenswaardige problemen. Als de hitte gaat toenemen, vinden we wat schaduw in de hier al erg heuvelachtige omgeving. Na ongeveer zes kilometer hebben we al heel wat klimmen achter de natbezwete ruggen en houden we even halt. Koffie en jawel, nog eens koffie in Castelloli, waarna we de hitte weer ingaan voor een moeilijke tocht over een onverhard pad.
Omhoog natuurlijk naar Sant Pau, waar we denken te overnachten. Vóór het hotel El Celler de la Guardia zit een man met een veel te dikke buik, naast zijn rugzak, te bellen. En wij bellen aan bij het hotel, dat gesloten blijkt. Ze zijn alleen in het weekend en op feestdagen open. Pelgrims mogen dan wel voor vijftien euro pp overnachten, maar niet vandaag. Een domper, die als een klap aankomt, als je op overnachting hebt gerekend.
Dikbuik is ondertussen uitgebeld en is een Spanjaard, Frans sprekend, die vanmorgen in Montserrat is gestart en nu, na elf kilometer al moet stoppen wegens blessures. Zijn dochter komt hem ophalen vanuit Barcelona.
Wij zullen wel verder moeten en gaan een pad op, dat de inleiding is voor een afdaling via enorme klimpartijen over rotsen en grote keien. Hoe zou je hier omhoog kunnen komen? Na een half uur, of misschien langer, hebben we dat achter de rug en komen we uit op een kruispunt van wegen, waarvan er één naar Montserrat gaat. Nog negen kilometer door de hitte en we zijn al zo moe.
De weg slingert met grote bochten, vooralsnog naar beneden en wij proberen de afstand iets te beperken door telkens de korte bocht te nemen. En we proberen te liften.

Liften? Ja.
Na bijna vijfhonderd kilometer in een maand te hebben gelopen en wij vandaag rekenden op een overnachting in Sant Pau, is die resterende zes van de negen kilometer in de schaduwloze hitte net iets teveel voor ons. De vierde of vijfde auto stopt en een dame neemt ons mee. Zij en haar buurman zijn de enige twee inwoners van het plaatsje Ermita Santa Cecilia, eigenlijk alleen een klooster met wat gebouwtjes eromheen. Zij brengt ons tot ‘de grens’ van Montserrat, zoals zij dat noemt. Daar moeten de bussen en auto’s stoppen om entree te betalen, maar wij mogen zo doorlopen. Een loper van groen asfalt brengt ons naar het heiligdom Montserrat. Aan enkele suppoosten vragen wij waar we moeten zijn voor de ‘Monastery Shelter for Pilgrims’ in het ‘Centre de Coordinario Pastoral’. We krijgen een ferme stempel in onze credentials en de dame brengt ons naar de shelter. Een kamer met vier bedden en een zitkamer. Douche etc. elders op de gang. Eerste nacht gratis, vanaf tweede nacht tien euro per persoon.
Montserrat Monestary is een commercieel gebeuren, dat vergelijkbaar is met Lourdes of Volendam. Bussen vol toeristen, honderden parkeerplaatsen en duizenden bezoekers per dag. Er is een mooie basiliek, mooi gerestaureerd, zeer oude gebouwen, winkels, een hotel-restaurant en nog veel meer. Ook zijn er ongetwijfeld concurrentieafspraken onder alle ondernemers gemaakt. Er is geen bakker, dus je moet naar een restaurant, er zijn geen terrasjes met drankjes.
Alles is enorm duur. Echt duur. Belachelijk en storend duur. Wij overwegen om de tweede dag hier maar te laten zitten en morgen te vertrekken. Er is een station met treintjes nog verder omhoog en ook omlaag en via via kun je van hier naar Barcelona reizen met de trein. Gaan we morgenochtend verder uitzoeken.
Om 20.00 uur loopt de boel leeg hier en wordt het stil. Alleen enkele mensen, die hier blijven overnachten, zoals wij, lopen wat verloren rond. Wat ons hier houdt en misschien morgen ook nog wel, is de schitterende omgeving en het uitzicht naar beneden, de spectaculaire gebouwen en treinritjes. De enormiteit van mensen, prijzen en andere toeristische uitbuiterij is een grote domper.
En Montserrat is nog wel ons streven geweest gedurende de afgelopen maand!

12 JUNI 2013 MONTSERRAT

Gisteren, tot zelfs op de parkeerplaats bij dit Monasterio, werden we er nog steeds op gewezen, dat Santiago de andere kant op is. Daar loop je dan vijfhonderd kilometer voor. Op het complex wordt druk aan onderhoud gedaan en om een uur of acht beginnen de mannen met drilboren en ander werktuig aan hun werk. Dat Montserrat een commerciële uitbuiting is blijkt wel weer opnieuw. De als supermarkt aangeduide winkel is een souvenirwinkel, waar nadrukkelijk niet de dingen verkocht worden, die je in een andere winkel moet halen. Wel likeur en andere nutteloze zaken. Niets is geprijsd, zodat je pas aan de kassa merkt, dat je voor een fles water € 2,50 betaalt. Wij haalden een lichte lunch op: twee croissants, een mini stokbroodje met kaas, twee mini flesjes wijn en een liter water: € 22,05. Heel klein potje jam in souvenirverpakking, want iets anders is er niet: € 5,60.
Toch moeten we eten en we halen een soort suikerbrood, dat al helemaal luchtdicht verpakt is. De snauwerige winkeljuf doet er nog een platte kartonnen doos van 30 bij 50 cm. omheen, zodat het als souvenir zo het vliegtuig in kan als handbagage. Met een mini stokbroodje samen € 5,50. Vies brood.
Vanmorgen hebben we het tandradtreintje genomen naar nog verder omhoog en zijn we lopend terug gegaan. En vanmiddag zijn we lopend omlaag geklauterd naar Monistol Vila, een dorp onder Montserrat. Daar een biertje op een terras genuttigd en met het prachtige treintje weer terug. Verder de tijd gedood met weinig anders dan wat eten.
Een Nederlandse vrouw komt bij ons op de kamer. Zij woont al jaren in Spanje en gaat nu op de fiets naar Santiago. Zij heeft ontslag genomen van haar drukke baan in de omgeving van Barcelona en gaat in september ergens anders haar kennis inzetten voor een leuke baan.
We praten over het leven en de dood, de toestand, waarin Spanje nu is beland en dus over de armoede. Er zijn miljoenen mensen, die van € 400,- per maand moeten leven en dat bedrag is zelfs voor Spanje te laag. Maar dan is er altijd nog Catalunya! De Catalanen werken echt hard, zegt ze, en het resultaat is ernaar. Deze provincie is relatief rijk, het volk is trots en sommige politici stuwen het volk op om voor hen te kiezen. Want zij zijn voor onafhankelijkheid, wat dan direct weer als een wassen neus wordt gezien, want Catalonië, noch Baskenland zullen ooit onafhankelijke staten worden.
We gaan maar slapen en mañana, ach we zien wel.

13 JUNI 2013 NAAR BARCELONA

Zoë, onze kamergenote, is om zes uur al gewekt door het klokkengelui van de nabije basiliek. Om half zeven slaat de deur zacht achter haar dicht en drie kwartier later volgen wij. We eten onze restjes brood, ei, tomaat en verlaten de albergue. Gisteren hadden we al het prachtige treintje van Monistrol Vila naar Montserrat, nu nemen we hetzelfde treintje naar Monistrol de Montserrat, één halte verder en tevens het eindpunt. Hier kunnen we overstappen op de rechtstreekse trein naar Barcelona. Een mooi ritje van enkele tientallen kilometers, waar we toch een uur over doen.
De trein stopt in Barcelona, Plaza España en van daar is het niet ver lopen naar het enigszins bekende centrum Sants. Na behoorlijk wat heen en weer lopen komen we uiteindelijk terecht in hostal Sofia, vlakbij het station Sants, waar we een kamer voor één nacht kunnen krijgen. De tweede nacht, van vrijdag op zaterdag is een probleem, want er is een motor GP in Barcelona en de stad zit dan vol.
Na lang zoeken vinden we het besproken hotel Medium Prisma voor de derde nacht en kunnen daar dan ook terecht voor de tweede nacht.
Pff… en het is al zo warm. We rusten op een terrasje, hebben een prima menu del dia en wandelen nog wat in de directe omgeving.

14 JUNI 2013 IN BARCELONA

Op het menu staan vandaag een verhuizing van hostal Sofia naar hotel Medium Prisma en wat vrije tijd om door te brengen in Barcelona. Omdat dochter Dominique en schoonzoon Sjoerd dit weekend naar Barcelona komen houden wij het op een rustig dagje in de stad, niet al te ver en niet te moeilijk.
Wij maken helemaal zonder begeleiding een rondje door de stad, bezoeken een paar kerken en de markthal bij de Rambla, waarover ons is verteld, dat het eerste deel van de hal op toeristen is afgestemd en het achterste deel voor de lokale bevolking. En dat de prijzen daar ook naar zijn.
En dat klopt helemaal. Wij lopen een uurtje door de fotogenieke hal en hebben het dan wel gezien.

15 JUNI 2013 IN BARCELONA

Al om acht uur heeft Sjoerd Dominique afgezet op het vliegveld van Barcelona. Hij moet nog een keer heen en terug vliegen en Dominique komt naar ons, nadat ze heeft ingecheckt in haar hotel.
Wij kunnen om half tien beginnen met de bezichtiging van de stad onder leiding van Dominique en later op de dag zal Sjoerd zich bij ons aansluiten.
Als eerste staat uiteraard de Sagrada Familia op het programma, een van de grootste trekpleisters van deze stad. Dominique had geprobeerd een online ticket voor deze basiliek te bemachtigen, maar is daarin niet geslaagd. Dat zou ons een lange wachttijd bespaard hebben, gezien de enorme rij mensen voor de kassa’s. Nu gaan wij niet naar binnen en bekijken dit Gaudi bouwwerk, waarvan de bouw begonnen is in 1882 en dat naar verwachting in 2026 klaar zou kunnen zijn, alleen van buiten.

De Sagrada Família,

voluit Basílica i Temple Expiatori de la Sagrada Família, is een basiliek in Barcelona, Spanje naar een ontwerp van Antoni Gaudí. De naam betekent Heilige Familie.
Sinds het leggen van de eerste steen in 1882 wordt tot op de dag van vandaag voortdurend aan de kerk gebouwd. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog heeft de bouw een paar jaar stilgelegen. De huidige officiële opleveringsdatum is in 2026; de bouwdirectie houdt het erop dat het gebouw "klaar zou kunnen zijn ergens in het eerste derde van de 21ste eeuw". De snelheid waarmee de bouw vordert, is voor een groot deel afhankelijk van de hoeveelheid giften die bezoekers binnenbrengen. De bouw duurt inmiddels al zo lang, dat voltooide gedeelten al zijn aangetast en gerenoveerd moeten worden, hetgeen overigens niet ongebruikelijk is bij de bouw van kerken van dit formaat. Hoewel de kerk nog niet klaar is, werd zij al wel tot basiliek gewijd, op 7 november 2010 door paus Benedictus XVI.
Architect Gaudí ontwierp naast deze basiliek meerdere andere karakteristieke bouwwerken in Barcelona, onder meer Casa Batlló en Park Güell. Omdat Gaudí voorganger is van het Catalaans modernisme, is de basiliek daar nu het belangrijkste symbool van. Het Catalaans modernisme is nauw verwant aan de jugendstil en dient dus niet verward te worden met het modernisme.

Geschiedenis, de opdracht

Het idee voor een kerk was afkomstig van een boekhandelaar, Josep María Bocabella, die in 1866 de Asociación Espiritual de Devots de San José oprichtte (Geestelijke Vereniging van Volgelingen van Sint-Jozef). Dit deed hij om het katholiek geloof in het algemeen en om Sint Jozef in het bijzonder te beschermen tegen de ontkerstening in die tijd. Na talloze donaties kocht Bocabella een stuk grond van 12.800 vierkante meter in het blok dat door de straten Marina, Provença, Mallorca en Sardenya wordt afgebakend. Francisco de Paula del Villar bood vervolgens aan om kosteloos plannen voor de kerk te maken. Hij ontwierp een kerkgebouw in de voor die tijd gangbare neogotisch stijl. Del Villar begon in 1882 met de bouw van de crypte, maar na een jaar kreeg hij ruzie met zijn opdrachtgever en werd ontslagen.
Via Juan Martorell ontving Gaudí de opdracht. Hij heeft de crypte volgens de originele ontwerpen van Del Villar afgemaakt, maar hierna heeft hij zijn eigen ideeën erop losgelaten. Gaudí vormde Del Villars ontwerp van een op een Latijns kruis gebaseerde kruiskerk met een driebeukig schip en een enkelbeukig transept om naar een kerk met een vijfbeukig hoofdschip en een driebeukig dwarsschip. De Sagrada Família wordt door velen gezien als hét meesterwerk van Gaudí. Hij heeft al zijn opvattingen over architectuur erin samengevat. Tijdens de bouw stond Gaudí erop dat hij van alles op de hoogte gehouden werd. De ambachtslieden leidde hij zelf op, hij hield alle details in de gaten en bleef zijn ideeën steeds veranderen tot de stijl niet gotisch meer te noemen was.
Het is tevens zijn laatste werk. Hij werd zo opgezogen in het werk aan deze kerk dat hij na 1914 geen andere opdrachten meer aannam. Hij wijdde er de laatste jaren van zijn leven aan en tegen het einde van zijn leven woonde hij zelfs enige tijd op de bouwplaats. In 1926 kreeg Gaudí een fataal ongeluk: hij werd overreden door een tram en overleed enige dagen later. Hij werd begraven in de crypte van "zijn" kerk.

Vervolgens nemen we weer de metro, een zeer goed georganiseerd vervoermiddel, naar het Hospital de Sant Pau, een groot ziekenhuiscomplex, dat deels bestaat uit historische gebouwen van het vroegere ziekenhuis en deels uit nieuwe gebouwen van het huidige, moderne ziekenhuis.
Een indrukwekkende verzameling van architectonisch meesterschap, waarin ook een kerk is opgenomen.


Het Hospital de Sant Pau

(Hospital de la Santa Creu i de Sant Pau) (Nederlands:Hospital van het Heilig Kruis en de Heilige Paulus) is een ziekenhuis in Barcelona. Het complex, ontworpen door de architect Lluís Domènech i Montaner, is één van de belangrijkste exponenten van het Modernisme català, de Catalaanse variant van de Art Nouveau / Jugendstil beweging. Met zijn hoofdgebouw en vele paviljoenen is het Hospital de Sant Pau het grootste complex van de Catalaanse modernistische architectuur.
In 1997 werd het Hospital de Sant Pau samen met Palau de la Música Catalana door UNESCO op de Werelderfgoedlijst geplaatst.

Geschiedenis
Het Hospital de Sant Pau kent zijn oorsprong in het jaar 1401, door een fusie van de zes toenmalige ziekenhuizen van Barcelona.
De naam van het nieuwe instituut was Hospital de la Santa Creu (Hospitaal van het Heilige Kruis). Eind 19e eeuw was Barcelona enorm gegroeid en de vooruitgang van de medische wetenschap eiste modernere faciliteiten. Daarom werd er een nieuw gebouw toegevoegd, gefinancierd met een donatie van de bankier Pau Gil. De bouw begon in 1902 en zou 28 jaar duren, tot 1930. In deze periode lag het werk meerdere keren stil wegens geldgebrek. Om de wil van de mecenas te respecteren, werd zijn naam, Pau, toegevoegd aan de naam van het ziekenhuis, dat sindsdien het Hospital de la Santa Creu i Sant Pau ging heten. Tegenwoordig is het vooral bekend onder de naam Hospital de Sant Pau.
Antoni Gaudí overleed hier in 1926, nadat hij een paar dagen eerder in de stad door een tram was aangereden.

Structuur
Het ziekenhuis werd ontworpen om een oppervlakte van negen huizenblokken binnen de wijk Eixample (de Uitbreiding) in te nemen, op een vierkant perceel van 300 bij 300 meter. Het bestaat uit een hoofdgebouw, voor de administratie, en 27 paviljoenen, voor de eigenlijke patiëntenzorg. Alle gebouwen zijn onderling met elkaar verbonden door ondergrondse galerijen, die geschikt zijn voor het verplaatsen van ziekenhuisbedden. De technische installaties bevinden zich in de open lucht om zo hun onderhoud te vergemakkelijken.
Van alle gebouwen blinkt vooral het hoofdgebouw, toegankelijk via een lange, brede trap, uit. Aan weerszijden van het hoofdgebouw bevinden zich, respectievelijk, de bibliotheek en het secretariaat. In een afgezonderde ruimte bevindt zich de kerk. Ook de paviljoenen zijn van groot belang, omdat elk paviljoen uniek is.
De architect, Lluís Domènech i Montaner, werkte samen met verschillende kunstenaars aan het project. De belangrijkste waren Pablo Gargallo, die verschillende beeldhouwwerken maakte, Francesc Labarta, die de schilderijen en de mozaïeken ontwierp, en Josep Perpinyà, die het smeedwerk voor zijn rekening nam.
Met het verstrijken van de tijd is de noodzaak tot uitbreiding opnieuw actueel geworden. Zowel om aan het groeiende aantal patiënten, als aan de voortgang van de medische techniek en het groeiende academische karakter van het ziekenhuis tegemoet te kunnen komen. Gedurende de tweede helft van de 20e eeuw zijn er aan het complex wederom een aantal gebouwen toegevoegd. Hiervan is het Instituut voor Urologie het belangrijkste. Onlangs is wederom aan nieuwbouw begonnen, ditmaal aan de rand van het huidige perceel.

Na het hele complex te hebben bekeken, gaan wij naar een volgende plek in Barcelona: Park Güell. In dit park is ook weer de hand van de meester (Gaudi, wie anders?) terug te zien. Er zijn diverse eigenaardige gebouwen met ondenkbare vormen, planten en bloemen, bomen en tuinen, waterpartijen en trappen. Een druk bezochte plek voor heel veel bewoners en nog meer toeristen.

Park Güell

is een stadspark in Barcelona, in het Spaanse landsdeel Catalonië. Het is gelegen in het stadsdeel Gràcia in het noordoosten met een oppervlakte van 15 ha met dichte pijnbossen, lanen met palmen en een door bomen omzoomd plein. Een bonte bank (een reuzenslang) kronkelt door het park (het aards paradijs) als rendez-vousplaats (de appel).

Historie
In het verleden was het park twee hectare groter, bronnen noemen 17,2 ha. 'Park' is officieel geschreven met een ´K´ naar het Engelse ´Park´. Toen Antoni Gaudí met de aanleg begon, trof hij er een braakliggend terrein zonder water of vegetatie. De tot de adelstand verheven industrieel Eusebi Güell gaf Gaudí in 1900 de opdracht voor de aanleg van een tuindorp of woonwijk. Dit werd geen succes: er werden twee huizen verkocht en in één van die huizen trok Gaudí in. Barcelona toonde als stad geen interesse voor dit megaproject. Gaudí nam de opdracht, om zijn idee over een op de natuur geïnspireerde architectuur vorm te geven. Gaudí dacht aan een recreatiepark, Güell dacht aan een tuinstad. Inspiratie deed Güell op tijdens zijn buitenlandse reizen, waarbij hij de Engelse landschapstuinen en de romantische tuinarchitectuur bewonderde, vandaar het Engelse 'Park'.

Ideologie
Dit leidde tot in het gesteente groeiende pergola's, harmonieus in het landschap geïntegreerde trappen, paden en golvende, veelkleurige, mozaïekversieringen, waarmee Gaudí zijn sociale engagement laat zien. Anderen interpreteren dit project als een moment waarop Gaudí zijn goddelijke inspiratie liet zien. Güell hield zich intensief bezig met sociale hervormingen: het park was bedoeld als burgerwoongebied, niet als recreatiepark voor dagjesmensen. Er waren zestig driehoekige percelen gepland op een brede, steile en zonnige helling. Twee percelen werden verkocht.
Markante onderdelen zijn de ingang met portiersloge en portierswoning, het hek, de zuilengalerij, de dubbele trap met Salamander (als Draak betiteld) en de zitbank. Zowel zitbank als Salamander bestaan uit ontelbare mozaïekstukjes.
In het park staat het Casa Museu Gaudí, een klein Gaudí-museum en in de vroegere portiersloge, links aan de ingang, is de souvenirwinkel. De vroegere portierswoning, rechts aan de ingang, herbergt het kantoor van de parkgidsen en is uitzonderlijk toegankelijk.
Het park staat, samen met andere werken van Gaudí sinds 1984 op de UNESCO Werelderfgoedlijst.

Sjoerd is ondertussen weer aangekomen in Barcelona en heeft zich bij ons gevoegd. Vanavond gaan we weer de stad bekijken en stappen in de koele metro om onze ontdekkingstocht voort te zetten in weer een ander deel van Barcelona.
Als eerste wandelen we naar Plaça Reial.
Op Plaça Reial, een druk plein met terrasjes op een binnenplein drinken we een lekker glaasje wijn en kijken naar de honderden mensen, die hetzelfde idee hebben als wij. Genieten van een mooie avond met uitzicht op de prachtige gebouwen.

Plaça Reial

is een publiek plein in de vlak naast La Rambla in de gotische wijk Barri Gòtic.
Oorspronkelijk hadden slechts een paar gebouwen rond het plein de nu zo herkenbare geel-witte gevel. Sinds de jaren '90 zijn steeds meer gevels aangepast tot het nu zo bekende uniforme uiterlijk.
Op het plein bevinden zich twee speciale lantaarnpalen ontworpen door Antoni Gaudí.

Nadat wij hebben vastgesteld, dat de schoenpoetser, die op zijn zitje in slaap is gevallen, gedurende drie kwartier geen enkele klant heeft gehad, stappen wij op. Langs de haven flaneren wij en vergapen ons aan de vele bootjes. En terwijl de duizenden scooters, die je overal in de stad ziet, met grote snelheid hun weg zoeken, gaan wij een lekker hapje eten in een tapasrestaurant in de Gotische wijk.
We vervolgen onze avondwandeling door de mooiste wijken van de stad, bezoeken een paar kerken en zien op de Plaça de la Catedral de wat oudere Barcelonezen een soort rondedans maken op muziek van een orkestje op een podium. Het is een traditionele dans, waarbij een aantal mensen rondom een hoopje kleding of tassen of picknickmanden een cirkel vormen en veel met de handen omhoog staan.

La Sardana

De nationale dans van Catalonië is de Sardana, afkomstig van de regio l'Empordà, in het noorden van Catalonië. De dansers houden elkaars handen vast met de armen in de lucht en vormen cirkels die groter en groter worden naarmate meer mensen komen deelnemen.
Volgens de traditie mag je op elk moment toetreden tot de groep, maar je mag daarbij niet tussen een koppel in gaan staan, dat wil zeggen tussen een man en een vrouw aan zijn rechterzijde. Wanneer een cirkel te groot is geworden, splitst men deze op in kleinere groepjes. De dans is ingewikkelder dan hij lijkt en bestaat uit een patroon van pasjes en veranderende ritmes. De begeleidende muziek wordt uitgevoerd door een "cobla", een orkest bestaand uit een fluitspeler, een trommelaar, vijf houtblazers en vijf koperblazers.

  • 27 November 2018 - 07:50

    Leo Vooijs:

    Dag Tom,

    Ik ben Leo en mijn vrouw en ik zijn vervend wandelaars. Dagrugzak gevuld en lopen maar. Diverse camino's gelopen. Ik ben aan het oriënteren voor de volgende hike.

    Wat algemene vragen over deze camino:
    Is deze mooi qua natuurschoon en stedelijk schoon:
    Zijn er voldoende slaapmogelijkheden;
    Niet te druk.

    Lang verhaal kort: vonden jullie het waard deze route te lopen?
    Nog punten waar we rekening mee moeten houden?
    Is het eten en slapen nog een beetje betaalbaar?

    Ik hoor graag,

    Groet Leo

  • 27 November 2018 - 12:38

    Tom:

    Beste Leo,
    Laat mij even jouw emailadres weten, dan kan ik je drie pdf's sturen van het verslag met foto's en de Engelstalige gids.
    Dan kan ik ook eenvoudiger ingaan op jullie vragen en wellicht wat aanbevelingen doen.

    Groeten,
    Tom

  • 11 Januari 2019 - 09:09

    Annette:

    Dag Tom,

    Ik verdiep me in de Camino Ignaciano, omdat het me rustiger lijkt dan Santiago en Compostella.
    Maar is het op vergelijkbare wijze de moeite waard? Mooie omgeving, leuke dorpen en plaatsen, voldoende eet en slaapgelegenheid? Niet al te prijzig? Waar moet ik aan denken?

    Ik hoor graag,

    Groet Annette

  • 11 Januari 2019 - 13:06

    Tom Kauffman:

    Het is een bergachtig, dus redelijk zwaar traject van ca. 600 km., maar heel mooi om door te lopen.
    Wij zijn gestart in Zumarraga, omdat dat dorp per trein bereikbaar is. De eerste etappe vanaf Loyola hebben we dus overgeslagen. De eerste etappe vanaf Zumarrage is vooral behoorlijk zwaar, maar niet onoverkomelijk.
    Lees vooral even mijn reisverslag over de overnachtingsplaatsen. Er zijn enkele albergues in de grotere steden en verder hostals of kleine hotels.
    Wees voorbereid, als dat kan, op de etappe van Fuentes de Ebro naar Bujaraloz. In de gids staat aangegeven, dat de route loopt over Venta de Santa Lucia, maar dat is slechts een fruithandeltje zonder overnachting. De totale etappe is ruim 48, 5 kilometer en er is een grote kans dat je een grote omweg oploopt vanaf de Venta. Lees hiervoor in mijn verslag de dagen vanaf 1 juni 2013. Het is een stuk, dat je voor een klein deel met de bus kunt doen, een stukje liften en vanaf de Venta verder wandelen.
    Als je vanaf daar de gele pijlen volgt, kom je waarschijnlijk in dezelfde positie te zitten als wij in 2013. Mijn advies is hier de weg N 11 te volgen, maar ook dan is het ruim 40 km.
    Zie het als een uitdaging!
    Het is een vrij stille route door een paar grote steden, anders dan de bekende camino's naar SdC.
    Als je meer informatie wilt, laat mij dan even jouw emailadres weten.

  • 20 Juli 2019 - 04:10

    Leo Vooijs:

    Dag Tom,

    Wij hebben nog steeds interesse. Mijn vrouw is ook een goede loopster maar heeft een wens. Een bed, dus geen tentje of tussen de hooibalen.

    Voor de rest lekker de spaanse cultuur snuiven. Dus als je tips hebt, graag..

    Groet Leo

  • 21 Juli 2019 - 14:14

    Tom:

    Hartstikke leuk, Leo, dat je nog steeds interesse hebt voor de Ignaciano. Maar wat wil je weten, dat niet in het reisverslag staat?Geef mij jouw e-mailadres en we kunnen makkelijker praten.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, Castellnou de Seana

Camino Ignaciano (Zumarraga - Montserrat)

Een wandeling in Noord-Spanje in 2013

Recente Reisverslagen:

22 September 2013

Camino Ignaciano

21 September 2013

Camino Ignaciano

21 September 2013

Camino Ignaciano

21 September 2013

Camino Ignaciano

21 September 2013

Camino Ignaciano
Tineke en Tom

Actief sinds 15 Maart 2009
Verslag gelezen: 550
Totaal aantal bezoekers 105764

Voorgaande reizen:

14 Mei 2013 - 16 Juni 2013

Camino Ignaciano (Zumarraga - Montserrat)

15 September 2010 - 13 Oktober 2010

MIND YOUR STEP OP DE CAMINO PORTUGUES

19 April 2009 - 19 Augustus 2009

A Camino van Nieuw-Vennep naar Santiago.

01 September 2003 - 01 September 2008

GR5 van Maastricht naar Malbuisson

Landen bezocht: